Dat je ook dagelijks bij het aankleden ook sokken om je voeten doet is eigenlijk zo goed als vanzelfsprekend. Zo bescherm jij je voeten tegen beschadiging en wordt het zweet opgenomen, zodat je geen kou vat. Sokken worden tegenwoordig gemaakt van allerlei materialen, zoals katoen, wol en viscose. Maar wist je dat dit vroeger wel anders was? Voordat er op de eerste gebreide versies werd rondgelopen, werden sokken eerst gemaakt van dierenhuid- en haar. Ook van de lage modellen was er nog geen sprake; kousen werden stevig vastgebonden aan de enkel om de voeten te beschermen.
Grieken en dierenhuid
Voor de allereerste versie van sokken gaan we een heel eind terug in de tijd. Zo rond de achtste eeuw voor Christus zorgden de Grieken voor optimale bescherming om de voeten door sokken te maken van dierenhuid en dierenharen. Zo bleven de voeten vrij van wonden en andere ongemakken tijdens het jagen. Daarnaast zorgden de dierenharen voor warme voeten. Er werd voor deze materialen gekozen, omdat toen simpelweg de techniek om stoffen te weven nog niet bestond. De naam sokken is ook afgeleid uit het Grieks, van het woord ‘soccus’.
Stof, vilt en wol
De tijd en technologie staat niet stil. Na enkele eeuwen (vierde eeuw na Christus) werden er allerlei ontdekkingen gedaan, waardoor sokken een hele andere en meer comfortabele vorm kregen. Zo liepen de Egyptenaren rond in gebreide sokken en konden de Grieken overstappen op een variant van vilt. Kopen wij tegenwoordig soms een paar sokken voor minder dan een euro, was het vroeger in die tijd nog een echt luxeproduct. Alleen de rijkelui konden zich in die tijd een paar sokken om de voeten permitteren.
Van ambacht naar machinale productie
Tot de zeventiende eeuw werden sokken vooral met de hand gemaakt. Deze ambacht nam ontzettend veel tijd in beslag. Als je het zelf al eens hebt geprobeerd, kan jij je wellicht indenken dat het wel wat tijd kost om een paar sokken te breien. Hier werd dus in de zeventiende eeuw een oplossing voor uitgevonden in de vorm van een breimachine. Zo konden er in korte tijd niet alleen meer, maar ook sneller sokken geproduceerd worden met behulp van machines.
Tot 1940 werd sokken vooral gemaakt van katoen, wol en soms zijde. De pasvorm liet soms dan ook te wensen over, omdat het materiaal niet helemaal strak om de voet zat. Daar kwam in 1940 verandering in met de ontdekking van de stof nylon. Tijdens de productie werd er gebruikgemaakt van verhitting, waardoor de stof elastisch werd. Daarnaast had nylon gelijk als voordeel dat het in verschillende kleuren geproduceerd kon worden. Dit is de basis geweest voor de sokken zoals wij deze nu kennen: gekleurd, met of zonder print alles is mogelijk.